Cultuureducatie in het speciaal (basis)onderwijs – deel 2
Door: Manou van de zande
‘Ik weet niet wat je met ze doet, maar ze gaan beter rekenen’. Logisch, vindt kunstenares en docent Marion Rutten van kinderatelier Punt 5. Een tekenend kind krijgt zicht op vlakverdeling, een boetserend kind krijgt gevoel voor verhoudingen. En een muziekmakend kind telt en rekent wat af. Geldt de kruisbestuiving tussen cultuurlessen en schoolvakken ook voor kinderen in het speciaal onderwijs? Ja, vindt SBO-directeur Paul Klunder. Maar dan net een beetje anders dan in het reguliere onderwijs.
Loont cultuureducatie voor kinderen uit het speciaal basisonderwijs net zo de moeite als op reguliere scholen? In hoeverre helpt cultuureducatie deze kinderen weerbaarder de maatschappij tegemoet te treden? Ja en veel, zeggen insiders Klunder en Rutten. Het rendement van cultuureducatie mag dan niet keihard meetbaar zijn (‘Ik weet niet wát je doet, maar ze gaan beter rekenen’…), maar zeker SBO-leerlingen hebben baat bij leren dat er méér is waar ze goed in kunnen zijn dan worteltrekken en spellen alleen.
Trappelen
Paul Klunder, locatiedirecteur van de Lucasschool in Rotterdam en al twintig jaar werkzaam in het speciaal basisonderwijs: “Ik zie dat het goed is voor hun zelfvertrouwen: bij beeldend werken los je voortdurend onverwachte problemen op. Dat maakt dat ze trots zijn op het héle proces, niet alleen op een eindproduct.”
Hij leerde Punt 5 kennen via een van zijn leerlingen. De jongen maakte opvallend mooie dingen in de oude fabriek langs de Schie, waar het Delfhavense kinderatelier is gevestigd. Nu komen verschillende van Klunders klassen wekelijks naar Punt 5 om atelierlessen te volgen. “Ze staan altijd te trappelen om naar ons toe te gaan”, zegt Marion Rutten. “Wij – ik doe dit samen met twee andere docenten en twee vrijwilligers – zijn nadrukkelijk géén school. Dit een atelier, waar kwaliteit voorop staat.”
Strakke regie
Punt 5 werkt samen met vijf basisscholen in de buurt, waarvan de Lucasschool vooralsnog de enige SBO-school is. De atelierlessen voor Klunders kinderen zijn meer gestructureerd dan voor gewone basisschoolkinderen. Hun vaste leerkracht gaat altijd mee, vaak samen met een stagiair of assistent. Rutten: “Die strakke regie is nodig, maar ik probeer daarbinnen de vrije sfeer van een kunstatelier te laten ontstaan.”
Ze gaat ‘moeilijk’ niet uit de weg: “We laten ze alles zelf doen – wij raken zelf het papier en de klei en de verf niet aan. De buzz die ontstaat als ze ontdekken dat ze het zelf kunnen: fantastisch. Alsof je de bliksem bij ze ziet inslaan. Er bestaan zoveel meer vormen van intelligentie, en die komen in beeldend werken naar boven.”
Verfjas aan
Op vrijdagmiddag is het atelierlesdag voor groep 7/8 van de Lucasschool. Met verfjassen aan en graffiti-stiften als gereedschap starten ze in verschillende groepjes vandaag met de leader; de aftiteling van de kleianimatiefilmpjes waar ze vorige week mee begonnen zijn. In de buurt van de indrukwekkende etspers (Ruttens pièce de resistance in het atelier) is een hoekje ingericht met een mini-decor, klei en kinetisch zand. Een jongen en een meisje zetten hun verhaaltjes in scène – “Hé, heeft iemand van jullie nog een monster nodig?” – en maken tientallen foto’s. Later zullen Rutten en haar collega’s deze beelden en de leaders aan elkaar monteren en er muziek onder zetten. Het resultaat kun je hier zien.
Ondertussen is de sfeer dusdanig enthousiast, ijverig en toch gemoedelijk, dat de muziek (verzoeknummers via YouTube) aan kan. Michael Jackson is populair – “Kijk meester, ik kan de moonwalk!” – maar bij Metallica trekt hun leerkracht de grens. Te druk. Een
jongen die van zijn leader-naam een grafisch hoogstandje maakt, vraagt om Nina Simone. Dat is toevallig: bij ‘My baby just cares for me’ hoort een kleianimatiefilmpje. Niemand kijkt er naar trouwens; werken aan hun eigen productie is veel leuker.
Vertrouwd gezicht nodig
Met het vierjarige ‘Atelier in school’-traject van het KCR is continuïteit gewaarborgd; extra belangrijk in speciaal basisonderwijs. Klunder: “Zonder vertrouwd gezicht kán het niet.” Naast continuïteit betekent het traject een adempauze wat betreft het voortdurende geknijp met geld.
Foto: kinderatelier Punt 5
Dat is voor alle betrokken partijen prettig: voor Punt 5, KCR en de Lucasschool. Hoewel Klunder uiteindelijk altijd wel een manier vindt om plannetjes in daden om te zetten. Is het niet uit subsidiepotje A, dan via regeling B, eventueel in combinatie met actiepakket C. “Kleine school, klein budget: mettertijd leer je creatief boekhouden.”
Vindingrijkheid
Als het gaat om cultuureducatie, betekent ‘creatief boekhouden’ meer dan goochelen met potjes en fondsen. Ga vindingrijk om met mogelijkheden en (beperkte) middelen, is het devies van Klunder en Rutten. Bijvoorbeeld: wat speelser omgaan met je verplichte reken-, taal- en andere lesmethodes. Kijk hoe je interessante erfgoed-verhalen uit de buurt van de school onderdeel van je geschiedenisles kunt maken. Zing de tafels in plaats van ze op te dreunen, koppel een theaterstukje aan je taalles.
Het loont daarnaast nog steeds de moeite om wegwijs te blijven in het subsidielabyrint: dit verandert per jaar, per minister, maar probeer van die nood een deugd in plaats van er moedeloos van te raken. Dat potjes- en fondsenwoud zit namelijk ook vol met kruipdoor-sluipdoor-routes. Goed 2015 voornemen voor iedereen die cultuureducatie voor alle kinderen belangrijk vindt: word spoorzoeker!
..en maak een goeie start: het KCR organiseert op 30 januari en 6 maart een cursus fondsenwerving. Op woensdag 11 maart organiseert het KCR de volgende netwerkbijeenkomst voor het onderwijs.
Over Manou van de Zande
In het kader van Cultuureducatie met Kwaliteit schrijft Manou van de Zande regelmatig een blog voor het KCR. Manou schrijft, interviewt en geeft les. “Een goed onder woorden gebracht verhaal wint aan kracht. Ik leer anderen de juiste taal bij hun verhaal te vinden, en als optekenaar van andermans expertise leer ik op mijn beurt dat er meer is dan tangconstructies, contaminaties en fijne alliteraties.”